Stolpersteine Zwolle


Stolperstein voor Jozeph Troostwijk onthuld op 6 december 2019 - 6- 12- 2019

Op vrijdagmiddag 6 december verzamelden zich dertig na- en naastbestaanden in VidiVeni Bistronomie aan de Jufferenwal om Jozeph (Jo) Troostwijk te herdenken. Jo Troostwijk zag het levenslicht in Zwolle op 7 november 1884 en kwam eind juli 1943 in Staphorst door toedoen van het verzet om het leven.

De geringe bewegingsvrijheid, de uitzichtloosheid en de eenzaamheid tijdens zijn onderduik veroorzaakten veel spanning en brachten hem geestelijk in de knoop. Zijn gedrag vormde een gevaar voor zijn omgeving met alle risico’s van dien. In overleg met verzetsmensen van de knokploeg uit Meppel werd daarom besloten Jo te doden. In 1946 is zijn stoffelijk overschot herbegraven op de Joodse begraafplaats in Zwolle.

Daarna heerste lang stilte rond Jozeph Troostwijk en zijn tragische lot. Bert van der Heijden, echtgenoot van Jo’s achternicht Louise Troostwijk, stipuleerde in zijn toespraak dat men binnen de familie Troostwijk nimmer over hem sprak, want te pijnlijk, te traumatiserend. Nu zijn tragische lot weer in de openbaarheid is gekomen, leven vele vragen. Waren er geen andere oplossingen mogelijk geweest dan Jo’s liquidatie? Waarom heerste er na de oorlog zo’n groot stilzwijgen over het lot van Jo Troostwijk en de vele andere door het verzet uitgevoerde liquidaties? Waarom is er nooit een justitieel onderzoek gedaan naar de gebeurtenissen? In navolging van de directeur van het NIOD noemde hij de liquidaties door het verzet een van de laatste taboes van de oorlog.

Lees hier de toespraak van Bert van der Heijden.

Aanwezig waren ook leden van de familie Mulder-Tuin uit Staphorst bij wie Jo Troostwijk in het voorjaar van 1943 onderdak vond. Deze onderduikgevers waren niet betrokken bij de latere tragische gebeurtenissen. Binnen deze familie wordt nog steeds met genegenheid aan Jo Troostwijk teruggedacht. Mw. Jannie Mulder toonde een door Jozeph Troostwijk vervaardigd schilderij en een brief van zijn hand uit juli 1943.

              

Jo timmerde en schilderde om de tijd te verdrijven. Haar neef Pieter van der Horn benadrukte dat Jo Troostwijk indirect ook een slachtoffer was van het nazistische antisemitisme. Juist om het geschetste stilzwijgen te doorbreken is een Stolperstein in de publieke ruimte, voor het huis waar hij met zijn moeder zo lang woonde, een krachtig teken.

 

Tot slot sprak kapitein Patric van Aalderen, tot voor kort identificatiespecialist van de Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL). Hij kwam de liquidatie van Jo Troostwijk in 2008 op het spoor in het verlengde van een onderzoek naar de vermiste Pieter Hoppen uit Rotterdam, ook slachtoffer van het Meppeler verzet. In een jaren vergend, pas onlangs afgesloten onderzoek heeft hij de gebeurtenissen in het laatste levensjaar van Jo Troostwijk kunnen ontrafelen. Het relaas verschijnt in het voorjaar van 2020 onder de titel ‘Late zijn ziel gebundeld worden in het Eeuwige licht’ De dood van Jozeph Troostwijk in 1943 in het bevrijdingsnummer van historisch tijdschrift ’t Olde Stapperst.

          

  

Onder de titel Jo hield het niet uit in de onderduik is ook een portret van Jozeph opgenomen in de tentoonstelling Jodenvervolging in 12 portretten. Dit is een serie levensverhalen van Joodse Zwollenaren tijdens de Tweede Wereldoorlog.

U vindt hier de digitale versie van dit portret.

De foto's zijn gemaakt door Wieske Veldhuis.